Verdieping: lijst met begrippen
Hieronder staan een aantal begrippen die we in onze Transitievisie Warmte uitgelegd.
Aardgasvrij:
Om ons aan de afspraak uit het klimaatakkoord te houden, moeten we fors ingrijpen. Onder andere door in de gebouwde omgeving van het aardgas af te stappen. Dit heet aardgasvrij.
All-electric:
Een warmtevoorziening die alleen gebruik maakt van elektriciteit. Bijvoorbeeld een warmtepomp, elektrische kachel of infrarood-panelen
Aquathermie:
Aquathermie is de verzamelterm voor duurzaam verwarmen en koelen met water. Het gaat om warmte en koude uit oppervlaktewater (Thermische Energie uit Oppervlaktewater (TEO)), afvalwater (Thermische Energie uit Afvalwater (TEA)) en drinkwater (Thermische Energie uit Drinkwater (TED)). Aquathermie is één van de mogelijkheden voor duurzame verwarming uit het Klimaatakkoord.
Een gas dat ontstaat bij de vergisting van biomassa en gebruikt kan worden als alternatief voor aardgas.
Biomassa bestaat uit organisch, natuurlijk materiaal (hout, snoeiafval, zuiveringsslib, afval uit de voedingsindustrie, mest etc.) en kan verbrand of vergist worden, waarmee energie wordt opgewekt.
Energie die wordt opgewekt uit natuurlijke, herbruikbare bronnen: zon, wind, bodem en water.
Duurzame warmteoplossingen:
Manieren om gebouwen op een duurzame manier te verwarmen. Daarmee worden warmtebronnen bedoeld die geen CO2 uitstoten.
Duurzame warmtebron:
Daarmee worden warmtebronnen bedoeld die (netto) geen CO2 uitstoten. Voorbeelden zijn aquathermie, hernieuwbare gassen (biogas, waterstof) en duurzame elektriciteit om all-electric oplossingen mee te laten functioneren.
Duurzaamheid (duurzame ontwikkeling):
Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die bijdraagt aan de levensbehoeften van de generatie van nu, zonder de levensbehoeften van generaties in de toekomst tekort te doen.
College van B&W:
Het college van burgemeester en wethouders, het dagelijks bestuur van een gemeente.
CO2-neutraal:
Dat wil zeggen dat de energie die wordt gebruikt, volledig groen en duurzaam wordt gemaakt. Er komt dus geen koolstofdioxide (CO2 ) bij vrij.
Een woning, gebouw, gebied of activiteit is energieneutraal als het energieverbruik op jaarbasis nul is. Over een jaar gezien wort er evenveel energie opgewekt als verbruikt. Daarbij kan ook het energieverbruik van het (bouw)materiaal worden meegenomen.
Energietransitie:
De verandering van het gebruik van fossiele energiebronnen, zoals aardgas en aardolie, naar duurzame energiebronnen, zoals zonne-energie, windenergie, geothermie, warmtepompen, et cetera.
Geen spijt maatregelen:
Het vervangen van de cv-ketel door een duurzame warmteoplossing is over het algemeen pas de laatste stap in de verduurzaming van een gebouw. Tot die tijd kunt u als inwoner verbetermaatregelen toepassen om energie te besparen. Dit zijn maatregelen die goed terug te verdienen zijn en waar u geen spijt van krijgt.
Gemeenteraad:
De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan binnen een gemeente en bestaat uit een aantal gekozen volksvertegenwoordigers.
Geothermie:
Warmte dat uit de bodem wordt gehaald en naar woningen wordt gebracht.
In feite betekent isoleren dat je er voor zorgt dat een woning goed wordt afgesloten, zodat er geen warme of koude lucht kan ontsnappen.
In dit nationale akkoord staan ruim 600 afspraken om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan en 49% CO2 vermindering in 2030 te realiseren. Het einddoel is om in 2050 CO2-neutraal te zijn. In het klimaatakkoord is onder andere afgesproken dat 20% van de woningen in 2030 zonder aardgas verwarmd worden.
Een woning, gebouw, gebied of activiteit is klimaatneutraal als er geen positief of negatief effect op het klimaat is. In de praktijk betekent dit dat er geen extra CO2 of andere broeikasgassen vrijkomen.
Koppelkansen:
Het op een handige manier combineren van werkzaamheden en acties waar dit mogelijk is. Denk aan een afgeschreven gasnet, geplande werkzaamheden in de openbare ruimte of een kansrijk bewonerscollectief.
Een warmtebron met een lage temperatuur waardoor het water niet direct kan worden gebruikt. De warmte moet collectief of individueel worden opgewaardeerd.
Landelijke Leidraad Transitievisie Warmte:
De middelen die landelijk beschikbaar zijn om gemeenten te helpen bij het opstellen van een Transitievisie Warmte. De Leidraad bestaat uit een Startanalyse en een Handreiking voor lokale analyse.
Maatschappelijke kosten:
Met maatschappelijke kosten worden de kosten voor alle mensen samen bedoeld. De maatschappelijke kosten zijn de optelsom van zaken zoals de kosten van het gebruiken van een warmtebron, tot het aanleggen van de leidingen en de kosten om in een woning gebruik te maken van de warmte.
Monitoring:
In beeld brengen en houden van ontwikkelingen. In de warmtetransitie kan dat op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door bij te houden hoeveel CO2 is uitgestoten, vergeleken met een ander jaar. Of door bij te houden hoeveel woningen zijn geïsoleerd of van het aardgas af zijn gegaan.
Netbeheerder:
De organisatie die in een regio zorgt dat het elektriciteits- of gasleidingnetwerk goed werkt, in dit geval Liander.
Omgevingsvisie:
Een integrale (alles omvattende), ruimtelijke langetermijnvisie van een gemeente voor de hele fysieke leefomgeving. In de Omgevingsvisie staat hoe we naar de toekomst van Urk kijken en wat dit betekent voor het wonen, werken en leven op Urk.
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL):
De Nederlandse overheidsinstantie voor het maken van strategische beleidsanalyses op de omgeving waar we wonen, werken en leven.
Regionale Energiestrategie (RES):
Een document van de energieregio, waarin wordt beschreven hoe en waar duurzame energie opgewekt gaat worden.
Regionale Structuur Warmte (RSW):
De RSW bestaat uit: inzicht in de warmtevraag en het warmte-aanbod, een beschrijving van de mogelijkheden voor nieuw te ontwikkelen boven- gemeentelijke warmte-infrastructuur en een toelichting op het doorlopen proces met stakeholders (context).
Rentmeesterschap:
Verzorger en onderhouder van de aarde.
Energielabel en schillabel:
Een schillabel is het energielabel van een gebouw zonder maatregelen zoals zonnepanelen. Een energielabel laat zien hoe energiezuinig een gebouw is.
Een document waarin per gemeente wordt vastgelegd wanneer welke wijken van het aardgas afgaan.
Wijkuitvoerinsplan (WUP):
In het wijkuitvoeringsplan staat hoe we de doelen van de Transitievisie Warmte (TVW) uitwerken voor alle wijken, buurten en dorpen. Het WUP wordt samen met bewoners en professionele belanghebbenden opgesteld. Een WUP wordt ook wel warmte uitvoeringsplan genoemd.
Warmtenet:
Een netwerk van leidingen met warm water voor de verwarming van huizen en gebouwen. Ook wel stadsverwarming genoemd.
Warmtepomp:
Een elektrisch apparaat dat net zoals een traditionele cv-ketel een gebouw verwarmt, maar energiezuiniger is.
Warmtetransitie:
De verandering van het gebruik van fossiele warmtebronnen, zoals aardgas, naar duurzame warmtebronnen, zoals aquathermie, geothermie, duurzame gassen.
Woningcorporatie:
Een organisatie die zich richt op het bouwen, beheren en verhuren van (sociale) huurwoningen.