Warmtepompen (individueel)

Een warmtepomp is een elektrisch en energiezuinig alternatief voor de traditionele cv-ketel. De oplossing noemen we ook wel all-electric omdat er alleen elektriciteit wordt gebruikt. Een warmtepomp kan per woning of gebouw worden geïnstalleerd, maar ook als collectief systeem in bijvoorbeeld een appartementencomplex. Als een hele buurt overstapt op elektrische oplossingen kan het nodig zijn om het elektriciteitsnetwerk te verzwaren.

Een warmtepomp haalt warmte uit de bodem (bodemwarmtepomp) of de buitenlucht (luchtwarmtepomp) en gebruikt dat om water op te warmen. Voor het aansturen van de warmtepomp is elektriciteit nodig. Met één deel elektriciteit maakt een warmtepomp twee tot zes delen warmte. De warmtepomp is dus een zeer efficiënte techniek.

Voor een luchtwarmtepomp is een onderdeel nodig dat buiten staat. Dit heet de buitenunit. Dit is een ventilatorkast aan de buitenkant van de woning, net als bij een traditionele airco. Dit heeft invloed op de uitstraling van de woning. De ventilator maakt ook geluid, wat soms als hinderlijk ervaren kan worden. Sinds 2021 is er een striktere geluidsnorm voor warmtepompen. Om de invloed van geluid te beperken moet de plek van een buitenunit zorgvuldig worden uitgezocht. Ook wordt vaak een geluidsisolerende behuizing geplaatst, zie ook de website van Milieucentraal.

Een bodemwarmtepomp is een systeem dat de bodem als warmtebron gebruikt. De warmtepomp maakt gebruik van een zogenaamde ‘bodemwarmtewisselaar’ om warmte uit de bodem te halen. Dit worden ook wel bodemlussen genoemd. Het is een effectieve en prettige manier van verwarmen. Er is vooraf een hogere investering nodig dan bij een luchtwarmtepomp.

De ondergrond bij het gebouw moet wel geschikt zijn. Dit is op Urk het geval. Daarnaast is het soms niet toegestaan om bodemlussen te plaatsen. In bijvoorbeeld grondwaterbeschermingsgebieden mag dat niet. Op Urk zijn geen gebieden helemaal uitgesloten voor deze techniek. Wel stelt de provincie voorwaarden om aandachtsgebieden te beschermen, bijvoorbeeld vanwege archeologische -, aardkundige - en natuurwaarden.

Een warmtepomp levert warmte op 30 - 50 °C, dat is veellager dan de ongeveer 80 °C van een HR-ketel. Daarom is het nodig om een gebouw te isoleren tot minimaal schillabel B. Verder is een lagetemperatuur-afgiftesysteem nodig, zoals vloerverwarming en/of lage temperatuur radiatoren/convectoren. Er worden ook warmtepompen ontwikkeld die een hogere temperatuur kunnen halen, maar die hebben ook een lagere effectiviteit en daarmee hogere energiekosten.

De duurzaamheid van de warmtepomp hangt af van de elektriciteit die gebruikt wordt. Voor een duurzame oplossing is ook duurzame elektriciteit nodig. Lokale opwek (bijvoorbeeld zonnepanelen) draagt bij aan een duurzaam systeem. Een bodemwarmtepomp kan een huis ook goed koelen met een zeer laag energiegebruik. Hierdoor is een traditionele airconditioner, die meestal erg veel energie verbruikt, niet meer nodig. Lucht-waterwarmtepompen kunnen ook koelen, maar verbruiken hiervoor meer energie dan een bodemwarmtepomp.

Warmtepompen kunnen worden ingezet voor een ‘all-electric strategie’, maar ook voor een hybride systeem, waarbij deels nog (hernieuwbaar) gas wordt gebruikt.