Geothermie
Geothermie, ook wel aardwarmte genoemd, is het gebruik van warmte uit de diepe ondergrond vanaf 500 meter en dieper. Aardwarmte gebruiken we voor het verwarmen van huizen, gebouwen, kassen en lichte industrie. Bij deze techniek worden twee gaten geboord, ook wel bronnen genoemd, tot een diepte van 500 tot 3000 meter.
Via de ene bron wordt het hete water uit de bodem gepompt. Met een warmtewisselaar wordt de warmte uit het water gehaald en via de tweede bron weer de bodem in gepompt. Of geothermie mogelijk is, hangt af van de conditie en samenstelling van de bodem. Tussen de geothermiebron en de gebouwen is een warmtenet nodig met voldoende geschikte warmtevragers. Hiervoor zijn ongeveer 4000 woningen nodig. Afhankelijk van de diepte kan geothermie een warmtenet direct warmte leveren met een temperatuur van circa 70-90 °C. Momenteel wordt geothermie vooral toegepast in de glastuinbouwsector. Er zijn projecten in ontwikkeling voor de gebouwde omgeving.
De mogelijkheden van geothermie
Op Urk is de diepere ondergrond (op ongeveer 2000-3000 meter) niet geschikt voor geothermie. Voor de ondiepe ondergrond (tussen de 500-2000 meter) is de mogelijkheid nog niet bekend. Deze ondergrond moet eerst verder onderzocht worden.